Stubaier bergmeren: Alfaier See (Variant 1 - Start parkeerplaats Zegger Neder)

beschrijving

Aan dit meer, dat slechts op ongeveer een half uur loopafstand van de Innsbrucker Hütte ligt, is de zonsopgang de beste tijd om te genieten. Het bergpanorama met de toppen van de Tribulaune in het zuiden en het laaggelegen Gschnitztal tot aan de Zillertaler Alpen in het oosten is overweldigend. In het voorjaar wordt het meer, dat zich in een kaarbekken bevindt, gevoed door het smeltwater van de machtige Habicht, een van de Seven Summits. Afhankelijk van de beschikbaarheid van smeltwater schommelt het waterpeil tussen acht en twaalf meter diep. De omgeving van het meer wordt gekenmerkt door machtige rotsblokken en glad geslepen rotsplaten. Net als de trog zijn deze door de gletsjer geslepen platen sporen van de laatste ijstijd, toen meer dan 1.000 meter dikke ijsmassa's de Alpen bedekten. Alleen de hoogste pieken, zoals de Habicht, staken boven de ijsmassa's uit. De kruidenrijke bergweiden rond het meer en de hut worden al eeuwenlang door de boeren gebruikt als weidegrond voor de Tiroolse bergschapen. De naam van het meer is afgeleid van de lager gelegen, zeer oude Alfair Alm.

ROUTEBESCHRIJVING
Vanaf de parkeerplaats volgt u de wegwijzers in de richting van "Pinnistal" en loopt u ongeveer 2½ uur langs de Herzeben-, Issenanger- en Pinnisalm naar de Karalm.  Als alternatief kan ook een betaalde pendeldienst worden gebruikt voor de route Neder - Karalm (tel.: +43 (0)5226 2877). De Elferbahnen kunnen ook als startpunt worden gebruikt. Vanaf het bergstation klimt u via het pad langs de zonnewijzer direct naar de Pinnisalm. Van daaruit volgt u het bospad het dal in tot aan de Karalm. Vanaf de Karalm leidt een makkelijk, kronkelend pad u in ca. 1,5 uur naar de Innsbrucker Hütte. Van daaruit volgt u de Stubaier Höhenweg en bereikt u na ongeveer 30 minuten de Alfaier See. De terugweg naar het dal loopt via dezelfde route.