Vanaf de Neue Regensburger Hütte richting de Dresdner Hütte loopt de Stubaier Höhenweg langs de Falbesoner See. Dit morene meer ligt op 2.850 meter en wordt opgestuwd door de linker zijmorene van de Hochmoosferner. Het smeltwater van de gletsjer, dat eerst het meer voedt, stroomt vervolgens door de Hohe Moos. Het troebele gletsjerwater dat in meanders door het veenoppervlak stroomt, is hier nog duidelijk te zien. Het bekken waarin het overstroomde veen ligt is veel ouder dan het meer. Het werd al na de laatste ijstijd door de gletsjers vrijgegeven. Daar werd eerst een meer gevormd, dat in de loop duizenden jaren dichtslibde en een veen werd. Vandaag de dag zijn er nog maar een paar turfresten over. In de voorzomer zijn de draslanden dicht begroeid met wit wolgras en zijn ze zeer bezienswaardig. De sporen van de gletsjers, met morene wanden en gladgeslepen rotsplaten, zijn kenmerkend voor de leefruimte van het hooggebergte.