Size doesn't always matter: kijk maar naar de Habicht. Met zijn 3.277 meter moet hij weliswaar achteraan sluiten na de Zuckerhütl en de Wilde Freiger maar als hoogste van de Habichtkam staat de markante berg toch zijn mannetje. Het is geen wonder dat de inheemse bevolking lang heeft gedacht dat deze markante berg de hoogste was van Tirol.
Wie de Stubaier Alpen in volle glorie wil zien met de noordelijke Kalkalpen, de Zillertaler Alpen in het westen en de Dolomieten op de koop toe moet de Habicht wel beklimmen. Als bijzondere toegiften ziet u in ten zuiden van de top van de Habicht de rotsbastions van de Tribulaune en de Goldkappel.
Je zult maar denken dat je als eerste een berg beklommen hebt om vervolgens te moeten vaststellen dat dat waarschijnlijk niet klopt. Zo verging het in elk geval Peter Carl Thurwieser uit Kramsach. Bij zijn beklimming van de Habicht op 1 september 1836 trof hij op de top namelijk een steenmannetje aan, dus moest iemand hem wel voor geweest zijn. Dhr. Thurwieser was echter wel de eerste toerist die van alle hoge toppen van Stubai de Habicht als eerste beklom. We nemen aan dat inheemse jagers en assistenten van de landmeters al eerder boven waren geweest. Toch komt Peter Carl Thurwieser enige eer toe, zolang er geen bewijzen worden gevonden worden van eerdere beklimmingen. Volgens de verklaringen van dhr. Thurwieser hebben hij en berggids Ingenuin Krösbacher uit Fulpmes drie uur en 25 minuten gedaan over de tocht naar de top vanaf de noordelijk gelegen Pinnisalm via het Pinnisjoch, vervolgens in westelijke richting naar de Speikgrathöhe en via een gletsjerveld en de oostelijke Habichtgraat. Ze bleven viereneenhalf uur op de berg, maakten lyrische aantekeningen over het uitzicht en verrichtten er metingen met de barometer.